ECLI:NL:RVS:2005:AU2177

Raad van State

Datum uitspraak
1 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200505735/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • R.P.F. Boermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor uitbreiding van een sluis en productieruimte in strijd met bestemmingsplan

In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden, dat op 26 april 2004 een bouwvergunning heeft verleend aan Family Farms voor het gedeeltelijk vergroten van een sluis, productieruimte, koelruimte en opslag op het perceel aan de Europaweg 42 te Coevorden. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Coevorden, sectie I, nr. 1681, 2305. De verzoekers hebben op 1 juli 2005 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Assen, die op 13 mei 2005 het beroep van de verzoekers ongegrond had verklaard. De verzoekers hebben de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat het bouwplan in strijd zou zijn met het bestemmingsplan "Buitengebied 1995", dat de bestemming "Landelijk gebied" op het perceel heeft vastgesteld.

De Voorzitter heeft op 1 september 2005 de zaak behandeld. Tijdens de zitting is erkend dat het bouwplan de maximaal toegestane bouwdiepte van 160 meter overschrijdt, rekening houdend met de aanwezige sleufsilo's op het perceel. Hoewel er een sloopvergunning voor de sleufsilo's is verleend, is deze sloop niet als voorwaarde aan de bouwvergunning verbonden en heeft de sloop nog niet plaatsgevonden. Hierdoor is er geen garantie dat de sloop op korte termijn zal plaatsvinden, wat aanleiding geeft om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen.

De Voorzitter heeft het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden van 13 oktober 2004 geschorst en het college veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan de verzoekers. Tevens is het college gelast om het griffierecht aan de verzoekers te vergoeden. De uitspraak is gedaan in het openbaar, overeenkomstig artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht, door de Voorzitter in tegenwoordigheid van een ambtenaar van Staat.

Uitspraak

200505735/2.
Datum uitspraak: 1 september 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[verzoekers], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nos. 05/383 WW44 en 04/1045 WW44 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Assen van 13 mei 2005 in het geding tussen:
verzoekers
en
het college van burgemeester en wethouders van Coevorden.
Procesverloop
Bij besluit van 26 april 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders van Coevorden (hierna: het college) aan Family Farms bouwvergunning verleend voor het gedeeltelijk vergroten van een sluis, productieruimte, koelruimte en opslag op het perceel Europaweg 42 te Coevorden, kadastraal bekend gemeente Coevorden, sectie I, nr. 1681, 2305 (hierna: het perceel).
Bij besluit van 13 oktober 2004 heeft het college het daartegen door verzoekers gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 13 mei 2005, verzonden op 24 mei 2005, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Assen (hierna: de voorzieningenrechter) het daartegen door verzoekers ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben verzoekers bij brief van 1 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op die dag, hoger beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brieven van 26 juli, 28 juli en1 augustus 2005.
Bij brief van 21 augustus 2005, bij de Raad van State ingekomen op die dag, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 1 september 2005, waar verzoekers in persoon en het college, vertegenwoordigd door mr. J. de Vegt, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar Family Farms, vertegenwoordigd door [directeuren] als partij gehoord.
De Voorzitter heeft
I.    bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden van 13 oktober 2004, CRB 04.3525, en het besluit van 26 april 2004, 20030598, geschorst;
II.    het college van burgemeester en wethouders van Coevorden veroordeeld tot vergoeding van bij verzoekers in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 240,17 (zegge: tweehonderdveertig euro en zeventien eurocent); het dient door de gemeente Coevorden aan verzoekers onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
III.    gelast dat de gemeente Coevorden aan verzoekers het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 207,00 (zegge: tweehonderdzeven euro) vergoedt.
Daartoe heeft hij het volgende overwogen.
Ingevolge het bestemmingsplan "Buitengebied 1995" rust op het perceel de bestemming "Landelijk gebied".
Ingevolge artikel 1, lid 1, onder e, van de planvoorschriften zijn de gronden bestemd voor het uitoefenen van het agrarisch bedrijf.
Ingevolge artikel 4, lid 2a (voorzover hier van belang) dient de bebouwing per bedrijf geconcentreerd te worden binnen een oppervlakte van maximaal 1 ha, een diepte te hebben van maximaal 160 m en een breedte langs de weg van maximaal 100 m.
Naar ter zitting ook door het college is erkend, heeft het bouwplan tot gevolg dat de maximaal toegestane bouwdiepte van 160 meter, rekening houdend met drie aanwezige sleufsilo's op het perceel, wordt overschreden. Hiermee staat vast dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan. Weliswaar is voor de sleufsilo's een sloopvergunning verleend en zou (gedeeltelijke) sloop van de silo's tot gevolg hebben dat niet langer sprake is van een overschrijding van de maximaal toegestane bouwdiepte, doch die sloop is niet als voorwaarde aan de bouwvergunning verbonden. De sloop van de - met een onherroepelijke bouwvergunning gebouwde - silo's heeft ook nog steeds niet plaatsgevonden, hoewel de sloopvergunning reeds 16 maanden oud is. Er bestaat derhalve geen enkele garantie dat de sloop van de silo's op korte termijn zal plaatsvinden.
Reeds hierom bestaat er aanleiding het verzoek toe te wijzen.
Uitgesproken in het openbaar overeenkomstig artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.P.F. Boermans, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek  w.g. Boermans
Voorzitter    ambtenaar van Staat
429.