ECLI:NL:RVS:2005:AU2177
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- R.P.F. Boermans
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor uitbreiding van een sluis en productieruimte in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak gaat het om een verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden, dat op 26 april 2004 een bouwvergunning heeft verleend aan Family Farms voor het gedeeltelijk vergroten van een sluis, productieruimte, koelruimte en opslag op het perceel aan de Europaweg 42 te Coevorden. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Coevorden, sectie I, nr. 1681, 2305. De verzoekers hebben op 1 juli 2005 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Assen, die op 13 mei 2005 het beroep van de verzoekers ongegrond had verklaard. De verzoekers hebben de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat het bouwplan in strijd zou zijn met het bestemmingsplan "Buitengebied 1995", dat de bestemming "Landelijk gebied" op het perceel heeft vastgesteld.
De Voorzitter heeft op 1 september 2005 de zaak behandeld. Tijdens de zitting is erkend dat het bouwplan de maximaal toegestane bouwdiepte van 160 meter overschrijdt, rekening houdend met de aanwezige sleufsilo's op het perceel. Hoewel er een sloopvergunning voor de sleufsilo's is verleend, is deze sloop niet als voorwaarde aan de bouwvergunning verbonden en heeft de sloop nog niet plaatsgevonden. Hierdoor is er geen garantie dat de sloop op korte termijn zal plaatsvinden, wat aanleiding geeft om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen.
De Voorzitter heeft het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden van 13 oktober 2004 geschorst en het college veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan de verzoekers. Tevens is het college gelast om het griffierecht aan de verzoekers te vergoeden. De uitspraak is gedaan in het openbaar, overeenkomstig artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht, door de Voorzitter in tegenwoordigheid van een ambtenaar van Staat.