200410594/1.
Datum uitspraak: 14 september 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], beiden wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak no. 04/377 WW44 K1 van de rechtbank Roermond van 18 november 2004 in het geding tussen:
het college van burgemeester en wethouders van Swalmen.
Bij besluit van 26 augustus 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van Swalmen (hierna: het college) met toepassing van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO), aan [aanvrager] bouwvergunning verleend voor een woning op het perceel [locatie] te [plaats].
Bij besluit van 20 februari 2004 heeft het college het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 november 2004, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Roermond (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 27 december 2004, bij de Raad van State ingekomen op 28 december 2004, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 24 januari 2005. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 15 maart 2005 heeft het college van antwoord gediend. Appellant heeft gereageerd bij brief van 12 mei 2005.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellant. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 augustus 2005, waar het college, vertegenwoordigd door P. Ploum en F. Boonen, ambtenaren van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is verschenen [aanvrager], bijgestaan door mr. P.J.G. Goumans, advocaat te Roermond.
2.1. Vaststaat dat het bouwplan in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied 1990". Evenzeer staat vast dat artikel 19, vierde lid, van de WRO in de weg staat aan verlening van vrijstelling krachtens het eerste lid van die bepaling, zodat de vrijstelling had moeten worden geweigerd. Het college heeft derhalve de op de voet van laatstgenoemd artikellid verleende vrijstelling ten onrechte gehandhaafd. De rechtbank heeft dat niet onderkend.
2.2. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. De Afdeling zal, doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, het beroep gegrond verklaren en het besluit van 20 februari 2004 vernietigen.
2.3. Het college dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Roermond van 18 november 2004, 04/377 WW44 K1;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
IV. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Swalmen van 20 februari 2004, 08pp12;
V. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Swalmen tot vergoeding van bij appellant in verband met de behandeling van het hoger beroep en het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1288,00 (zegge: twaalfhonderdachtentachtig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door het college van burgemeester en wethouders van Swalmen aan appellant onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
VI. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Swalmen aan appellant het door haar voor de behandeling van het beroep en hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 545,00 (zegge: vijfhonderdvijfenveertig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, Voorzitter, en mr. P.A. Offers en mr. R. van der Spoel, Leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Willems, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Willems
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 september 2005