ECLI:NL:RVS:2005:AU3766

Raad van State

Datum uitspraak
28 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200506838/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor woningen op perceel Johan Frisolaan te Vught

Op 22 april 2004 verleende het college van burgemeester en wethouders van Vught een bouwvergunning aan Lang Leven Beleggingen B.V./PGB B.V. voor de bouw van 16 woningen op het perceel Johan Frisolaan te Vught. Tegen deze vergunning hebben verzoekers op 4 augustus 2005 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. De gronden van het beroep zijn op 5 september 2005 ingediend. Verzoekers hebben op 22 augustus 2005 de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek werd behandeld op 21 september 2005, waarbij verzoekers werden bijgestaan door mr. J.H. Hartman en het college werd vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Elst. Lang Leven Beleggingen was vertegenwoordigd door mr. R. Visser en anderen.

De Voorzitter oordeelde dat de genomen besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook al is er een rechtsmiddel aangewend. Dit geldt des te meer omdat de voorzieningenrechter in eerste aanleg het beroep ongegrond heeft verklaard. De Voorzitter vond geen aanleiding om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven. Het bestemmingsplan "Aert Heymlaan" biedt mogelijkheden voor woningbouw op het perceel, en er zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar volgens de norm van 1,7 parkeerplaats per woning.

De Voorzitter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 28 september 2005.

Uitspraak

200506838/2.
Datum uitspraak: 28 september 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoekers], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nos. AWB 04/3377 VV en AWB 05/890 van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 23 juni 2005 in het geding tussen:
verzoekers
en
het college van burgemeester en wethouders van Vught.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 22 april 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lang Leven Beleggingen B.V./PGB B.V. (hierna: Lang Leven Beleggingen) bouwvergunning verleend voor het bouwen van 16 woningen op het perceel, kadastraal bekend gemeente Vught, sectie K, nummer 1584, plaatselijk bekend Johan Frisolaan (ongenummerd) te Vught (hierna: het perceel).
Bij afzonderlijke besluiten van 19 oktober 2004 heeft het college het daartegen door verzoekers gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij besluit van 4 mei 2005 heeft het college het besluit, met toepassing van artikel 6:18 van de Algemene wet bestuursrecht, het besluit op bezwaar gewijzigd in die zin dat daarbij ontheffing wordt verleend van het bepaalde in artikel 2.5.30, eerste lid, van de bouwverordening.
Bij uitspraak van 23 juni 2005, verzonden op 13 juli 2005, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de voorzieningenrechter) - voorzover thans van belang - het daartegen door verzoekers ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben verzoekers bij brief van 4 augustus 2005, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn ingediend bij brief van 5 september 2005.
Bij brief van 22 augustus 2005, bij de Raad van State ingekomen op 23 augustus 2005, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 21 september 2005, waar verzoekers in de personen van [gemachtigden], bijgestaan door mr. J.H. Hartman, en het college, vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Elst, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is Lang Leven Beleggingen, vertegenwoordigd door mr. R. Visser, advocaat te 's-Hertogenbosch, alsmede door J. Groenewoud en J. de Wit,  daar gehoord.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Genomen besluiten zijn in het algemeen uitvoerbaar, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit uitgangspunt geldt temeer, indien, zoals in dit geval, de rechter in eerste aanleg het tegen het besluit ingestelde beroep ongegrond heeft bevonden.
2.3.    In hetgeen verzoekers naar voren hebben gebracht is geen aanleiding te vinden om op voorhand aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans dat daarin geconcludeerd zal worden dat de bouwvergunning niet verleend mocht worden.
Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Aert Heymlaan" voorziet in de mogelijkheid van woningbouw op het perceel.
Mede gelet op de omstandigheid dat de voorzieningenrechter tijdens een descente het aantal beschikbare parkeerplaatsen heeft bezien, acht de Voorzitter voorshands niet aannemelijk dat na verwezenlijking van het bouwplan aan de Johan Frisolaan niet aan de door het college gehanteerde norm van 1,7 parkeerplaats per woning kan worden voldaan.
2.4.    De slotsom is dat het verzoek dient te worden afgewezen.
2.5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.H. van den Ende, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump    w.g. Van den Ende
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 september 2005
275.