ECLI:NL:RVS:2005:AU3775

Raad van State

Datum uitspraak
29 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
200506718/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
  • P.A. de Vink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuursdwang en vergunning Wet milieubeheer

In deze zaak heeft de Raad van State op 29 september 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van bestuursdwang. Verzoeker, wonend te [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek, dat op 8 juli 2005 was genomen. Dit besluit hield in dat verzoeker onder aanzegging van bestuursdwang werd gelast om een einde te maken aan de overtreding van voorschrift 7.8 van de vergunning die op 2 september 2003 was verleend, zoals bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer. De overtreding vond plaats op een perceel gelegen te [plaats].

Verzoeker heeft op 1 augustus 2005 de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 15 september 2005, waar verzoeker in persoon verscheen, bijgestaan door mr. H. Yurdusen, en verweerder werd vertegenwoordigd door J. Berntsen, ambtenaar van de gemeente. Tijdens de zitting verklaarde verweerder zich te onthouden van het uitvoeren van bestuursdwang in afwachting van de beslissing op bezwaar.

De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening geen spoedeisend belang had, gezien de verklaring van verweerder. Daarom werd het verzoek afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 29 september 2005.

Uitspraak

200506718/1.
Datum uitspraak: 29 september 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 8 juli 2005 heeft verweerder verzoeker onder aanzegging van bestuursdwang gelast een einde te maken aan de overtreding van voorschrift 7.8 van de bij besluit van 2 september 2003 aan verzoeker verleende vergunning, als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer, voor zijn inrichting op het perceel [locatie] te [plaats], kadastraal bekend gemeente [plaats], sectie […], nummers […].
Tegen dit besluit heeft verzoeker bezwaar gemaakt.
Bij brief van 28 juli 2005, bij de Raad van State ingekomen op 1 augustus 2005, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 september 2005, waar verzoeker in persoon en bijgestaan door mr. H. Yurdusen, en verweerder, vertegenwoordigd door J. Berntsen, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Verweerder heeft ter zitting verklaard zich, in afwachting van de beslissing op bezwaar, te onthouden van het uitvoeren van bestuursdwang. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel dat met het verzoek van verzoeker om het treffen van een voorlopige voorziening geen spoedeisend belang is gemoeid.
2.3.    Gelet op het vorenstaande wijst de Voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af.
2.4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.A. de Vink, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd    w.g. De Vink
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 september 2005
154-493.