ECLI:NL:RVS:2005:AU4161
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- R. van Heusden
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning lozen verontreinigd hemelwater
In deze zaak heeft de coöperatie 'Coöperatieve Zuidelijke Aan- en Verkoopvereniging U.A.' (verzoekster) een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening tegen een besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap Zeeuws-Vlaanderen (verweerder). Dit besluit, genomen op 21 juli 2005, verleende een vergunning voor het lozen van verontreinigd hemelwater afkomstig van het bedrijfsterrein aan de Steenhovensedijk 5 te Waterlandkerkje. De vergunning bevatte voorschriften, waaronder voorschrift 3.2, dat vereiste dat het hemelwater een bezinkselafscheider en een olie-benzine-afscheider moest doorlopen voordat het geloosd mocht worden. Verzoekster betoogde dat deze voorzieningen onnodig waren en dat verweerder de noodzaak ervan niet had onderzocht.
Het verzoek om een voorlopige voorziening werd behandeld op 27 september 2005. Tijdens de zitting werd duidelijk dat verzoekster vreesde voor handhaving door verweerder in geval van overtreding van het voorschrift. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, oordeelde dat er geen spoedeisend belang was bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat verweerder had aangegeven handhavend op te treden alleen in geval van een calamiteit.
De Voorzitter wees het verzoek af en veroordeelde het waterschap Zeeuws-Vlaanderen tot vergoeding van de proceskosten van verzoekster, die in totaal € 678,07 bedroegen, en het griffierecht van € 276,00. De uitspraak werd openbaar gedaan op 7 oktober 2005.