ECLI:NL:RVS:2005:AU4557
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- S.H. van den Ende
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bouwvergunning voor appartementen en winkelstrook in Lisse
Op 15 maart 2005 verleende het college van burgemeester en wethouders van Lisse aan Trium Vir Lisa vrijstelling en een bouwvergunning voor de bouw van een parkeerkelder, een winkelstrook en 43 appartementen op een perceel aan de Heereweg in Lisse. Dit besluit werd door verzoekers, bewoners van de omgeving, aangevochten. Op 7 juni 2005 verklaarde het college het bezwaar van de verzoekers ongegrond. Vervolgens werd op 11 augustus 2005 het beroep van de verzoekers door de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage ongegrond verklaard. Hierop hebben de verzoekers op 6 september 2005 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 29 september 2005 behandeld. Tijdens de zitting waren de verzoekers vertegenwoordigd door hun gemachtigden, terwijl het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente Lisse. Trium Vir Lisa was ook aanwezig, vertegenwoordigd door de directeur. De Voorzitter heeft overwogen dat de genomen besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit geldt des te meer nu de rechter in eerste aanleg het beroep ongegrond heeft verklaard.
De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. De verzoekers hadden onvoldoende bewijs geleverd dat de vrijstelling en bouwvergunning niet verleend mochten worden, ondanks hun argumenten over de afwijking van het bouwplan van de Centrumvisie Lisse. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 11 oktober 2005.