ECLI:NL:RVS:2005:AU4965
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- E.D. Boer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunningen in Den Haag
Op 18 oktober 2005 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door verzoekers tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, die op 18 november 2004 zes bouwvergunningen hadden verleend voor het vergroten van woningen met een dakopbouw. Verzoekers stelden dat deze vergunningen in strijd waren met redelijke eisen van welstand en dat het college niet adequaat had beoordeeld of aan deze eisen werd voldaan. De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage had eerder de bestreden beslissingen op bezwaar vernietigd en het college opgedragen opnieuw te beslissen.
De Voorzitter overwoog dat de bouwplannen voldeden aan de maximum bouwhoogte van 10 meter zoals vastgesteld in het bestemmingsplan "Duinlaan". Er was geen bewijs dat het bestemmingsplan een kennelijke misslag bevatte. Ook het betoog van verzoekers dat de bouwplannen in strijd waren met redelijke eisen van welstand werd verworpen, omdat de welstandscommissie een positief advies had uitgebracht en verzoekers geen deskundig tegenadvies hadden overgelegd. De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven.
Uiteindelijk werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 oktober 2005.