ECLI:NL:RVS:2005:AU5830
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E.M.H. Hirsch Ballin
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Ontheffing voor storting van afvalstoffen op afvalberging Derde Merwedehaven te Dordrecht
In deze zaak heeft de Raad van State op 1 november 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een ontheffing voor het storten van afvalstoffen. De ontheffing was verleend aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 'Derde Merwedehaven B.V.' voor het storten van 5000 ton afvalstoffen per week op de afvalberging Derde Merwedehaven te Dordrecht, gedurende de periode van 1 september 2005 tot en met 31 december 2005. De stichting 'Stichting Werkgroep Derde Merwedehaven', gevestigd te Sliedrecht, had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 18 oktober 2005, waar zowel de verzoekster als de verweerder, vertegenwoordigd door ambtenaren van de provincie, aanwezig waren. De stichting betoogde dat zij als belanghebbende moest worden aangemerkt, omdat haar statutaire doelstellingen onder meer het sluiten van de Derde Merwedehaven en het voorkomen van stortingen en stankoverlast behelzen. De Voorzitter oordeelde dat de stichting wel degelijk een rechtstreeks betrokken belang had bij het bestreden besluit, zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.
De Voorzitter overwoog verder dat de ontheffing was verleend op basis van het vergunningvoorschrift dat het doelmatig beheer van afvalstoffen waarborgt. De stichting stelde dat de storting niet voldeed aan de eisen van de Europese richtlijn en het Besluit luchtkwaliteit, maar de Voorzitter oordeelde dat deze argumenten niet relevant waren voor de beoordeling van de ontheffing zelf, aangezien deze al eerder was verleend en onherroepelijk was. Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat niet was aangetoond dat niet aan de criteria voor de ontheffing was voldaan.