ECLI:NL:RVS:2005:AU5831
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E.M.H. Hirsch Ballin
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor inrichting zonder vergunning
In deze zaak heeft de Raad van State op 1 november 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van de besloten vennootschap "De Rivierendriesprong Handelsbedrijf B.V.". De verzoekster had een last onder dwangsom opgelegd gekregen van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland wegens het zonder vergunning in werking hebben van een inrichting op het perceel Noordhoek 35-37 te Papendrecht. De last was opgelegd bij besluit van 2 juni 2005, waarna verzoekster bezwaar had aangetekend en een verzoek om voorlopige voorziening had ingediend. De Voorzitter heeft het verzoek behandeld op 18 oktober 2005, waarbij zowel verzoekster als verweerder aanwezig waren, vertegenwoordigd door hun respectieve raadsheren.
De Voorzitter overwoog dat de inrichting in strijd met de Wet milieubeheer zonder vergunning was opgericht en dat handhaving in het algemeen belang is. De Voorzitter concludeerde dat er geen concreet uitzicht op legalisatie bestond, aangezien de geluidruimte van de bestaande inrichtingen op het industrieterrein reeds de zonegrenswaarde overschreed. Verzoekster stelde dat het mogelijk was om een vergunning te verkrijgen, maar de Voorzitter oordeelde dat er onvoldoende basis was om aan te nemen dat het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht op korte termijn zou besluiten tot verlaging van de geluidruimte.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 november 2005.