ECLI:NL:RVS:2005:AU6204
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- D.A.B. Montagne
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in milieuvergunning voor rundveebedrijf
Op 21 juli 2005 verleende het college van burgemeester en wethouders van Someren aan vergunninghouders een vergunning voor het oprichten en in werking hebben van een rundveebedrijf op een specifieke locatie. Tegen dit besluit hebben verzoekers op 31 augustus 2005 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij tevens verzochten om een voorlopige voorziening. Dit verzoek werd behandeld op 28 oktober 2005, waarbij de verzoekers vertegenwoordigd waren door ir. A.K.M. van Hoof en de verweerder door S.H.M. Lammers, ambtenaar van de gemeente. Ook vergunninghouders waren aanwezig, vertegenwoordigd door mr. P.P.A. Bodden, advocaat te Nijmegen.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. K. Brink, oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure. De verleende vergunning betreft de oprichting van vier nieuw te bouwen stallen voor rosékalveren, waarvoor een bouwvergunning vereist is. Het is vastgesteld dat vergunninghouders nog geen bouwvergunning hebben aangevraagd en dat zij de uitspraak in de hoofdzaak willen afwachten voordat zij deze aanvraag indienen.
Aangezien de vergunning niet in werking kan treden zonder de vereiste bouwvergunning en er geen verzoek om een bouwvergunning is gedaan, concludeerde de Voorzitter dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 9 november 2005.