ECLI:NL:RVS:2005:AU6649
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake wateroverlast door inrichting
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 15 november 2005 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoekers betreft een besluit van 16 september 2005, waarbij de gemeente Emmen het verzoek om handhaving van verzoekers met betrekking tot de inrichting van een vergunninghouder heeft afgewezen. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en hebben de Voorzitter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij vrezen voor wateroverlast op hun perceel, veroorzaakt door waterbassins op het perceel van de inrichting.
Tijdens de zitting op 10 november 2005 is het verzoek behandeld. Verzoekers hebben gesteld dat de waterbassins niet tijdig worden geleegd, wat leidt tot overstromingen en wateroverlast op hun lager gelegen perceel. De Voorzitter heeft vastgesteld dat de revisievergunning, verleend op 29 maart 2005, geen voorschriften bevatte over de opvang en opslag van hemelwater. Dit betekent dat er geen vergunningvoorschrift is overtreden, ongeacht de juistheid van de stellingen van verzoekers.
Op basis van deze overwegingen heeft de Voorzitter besloten het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 november 2005.