ECLI:NL:RVS:2005:AU6663
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor inrichting op industrieterrein in Papendrecht
In deze zaak heeft de Raad van State op 17 november 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 'De Rivierendriesprong Handelsbedrijf B.V.', had een vergunning aangevraagd voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting op het perceel Noordhoek 35 te Papendrecht. De vergunning werd geweigerd door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland op basis van de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder. Het besluit tot weigering werd op 30 september 2005 genomen en op 17 oktober 2005 ter inzage gelegd. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 7 november 2005 behandeld. Tijdens de zitting waren zowel verzoekster als verweerder vertegenwoordigd. De Voorzitter heeft overwogen dat de inrichting op een industrieterrein ligt waarvoor een zone is vastgesteld, waarbuiten de geluidbelasting niet boven de 50 dB(A) mag komen. Verzoekster betoogde dat de inrichting vergund kon worden zonder overschrijding van deze zonegrenswaarde, door de geluidruimte van een nabijgelegen kantoorgebouw te verlagen. De Voorzitter concludeerde echter dat er ten tijde van het besluit geen vergunbare situatie was, omdat de geluidbelasting op het meest relevante zonepunt de zonegrenswaarde al overschreed.
De Voorzitter heeft vastgesteld dat de weigering van de vergunning rechtmatig was en dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek is dan ook afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij vergunningverlening de geldende geluidnormen in acht te nemen en dat de bestaande situatie bepalend is voor de beoordeling van nieuwe aanvragen.