In deze zaak hebben appellanten, de stichting "Stichting ENCI STOP" en de vereniging "Vereniging tot Redding van de Sint Pietersberg", samen met het college van burgemeester en schepenen van Riemst (België), beroep ingesteld tegen besluiten van 4 mei 2004 van het college van gedeputeerde staten. Deze besluiten betroffen de afwijzing van hun verzoeken tot intrekking van de vergunning die op 6 juli 1993 was verleend aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "ENCI Maastricht B.V." voor het onttrekken van grondwater. De appellanten stelden dat de onttrekking van grondwater negatieve gevolgen heeft voor de natuurwaarden in het gebied.
De Raad van State heeft de zaak op 25 oktober 2005 ter zitting behandeld. De appellanten werden vertegenwoordigd door mr. A.M. Nijboer en drs. Ch. Cammaer, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. P.R.J. Engelen, ir. J.L. van der Veer en J.C.M. Geraedts. Ook was er een vertegenwoordiger van de vergunninghoudster, mr. M.R.J. Baneke, aanwezig. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de vergunning van 6 juli 1993 inmiddels was ingetrokken en dat er een nieuwe onttrekkingsvergunning was verleend op 11 januari 2005.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de appellanten geen processueel belang meer hadden bij de beoordeling van de rechtmatigheid van de besluiten, aangezien de oude vergunning niet meer van kracht was. Daarom werden de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 23 november 2005.