ECLI:NL:RVS:2005:AU6681
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake lasten onder dwangsom wegens overtreding vergunningvoorschriften
In deze zaak heeft de Raad van State op 18 november 2005 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, gevestigd te [plaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 30 augustus 2005 van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, waarbij aan haar lasten onder dwangsom waren opgelegd wegens overtredingen van de aan haar verleende vergunning op basis van de Wet milieubeheer. De vergunningvoorschriften die zijn overtreden, betreffen onder andere de opslag van geshredderd afvalhout en sorteerzeefzand.
Verzoekster heeft op 13 oktober 2005 de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening was dat de opgelegde lasten niet binnen de gestelde termijn konden worden uitgevoerd. Tijdens de zitting op 7 november 2005 heeft verzoekster haar verzoek gedeeltelijk ingetrokken, maar het verzoek bleef betrekking houden op de lasten die verband hielden met de overtredingen van de vergunningvoorschriften 13.5.1, 15.2.3 en 15.2.4.
De Voorzitter heeft overwogen dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat het niet mogelijk was om binnen de gestelde termijn aan de lasten te voldoen. De Voorzitter oordeelde dat de termijn van vier weken die door verweerder was gesteld, redelijk was en dat er geen overmachtsituatie was ontstaan door een brand die op 15 juni 2005 had plaatsgevonden.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat verweerder in redelijkheid de opgelegde lasten onder dwangsom kon handhaven. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.