ECLI:NL:RVS:2005:AU6682
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- A.J. Kuipers
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende vergunning Wet milieubeheer
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening dat is ingediend door verzoekers tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Lopik. Dit besluit, genomen op 6 september 2005, verleende een vergunning voor een loon- en verhuurbedrijf op een specifieke locatie. De vergunning werd op 15 september 2005 ter inzage gelegd. Verzoekers hebben op 20 oktober 2005 beroep ingesteld tegen dit besluit, en op 25 oktober 2005 verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 15 november 2005 ter zitting behandeld, waarbij verzoekers aanwezig waren met hun gemachtigde en bijgestaan door E. Verkaik.
De Voorzitter heeft overwogen dat verzoekers € 138,00 aan griffierecht verschuldigd zijn. Volgens de Algemene wet bestuursrecht dient dit griffierecht binnen twee weken na de mededeling van de verschuldigdheid te zijn betaald. Verzoekers zijn op 26 oktober 2005 per aangetekende brief op de verschuldigdheid van het griffierecht gewezen, met de mededeling dat het bedrag binnen de gestelde termijn op de rekening van de Raad van State moest zijn bijgeschreven of contant moest worden betaald. Aangezien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald, heeft de Voorzitter geoordeeld dat verzoekers in verzuim zijn geweest.
Daarom heeft de Voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 18 november 2005.