ECLI:NL:RVS:2005:AU6870
Raad van State
- Hoger beroep
- W. Konijnenbelt
- T.L.J. Drouen
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd aan Holcim Betonproducten B.V. wegens overtreding vergunningseisen
In deze zaak heeft de Raad van State op 25 oktober 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over een last onder dwangsom die was opgelegd aan Holcim Betonproducten B.V. De last was opgelegd door het college van gedeputeerde staten van Fryslân op 13 september 2005, omdat de inrichting van Holcim in strijd met voorschrift 3.1.1 van de vergunning in werking was. De inrichting, gelegen aan de Industrieweg 5 te Eastermar, was bedoeld voor de productie van bestratingmateriaal van beton. Holcim heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter van de Raad van State heeft het verzoek op 25 oktober 2005 behandeld. Tijdens de zitting waren vertegenwoordigers van zowel verzoekster als verweerder aanwezig. Holcim betwistte dat de geluidbelasting van de inrichting de geluidgrenswaarde van 40 dB(A) overschrijdt, zoals vastgelegd in de vergunning. De discussie concentreerde zich op de karakterisering van het geluid van de stenenpers, dat door verweerder als tonaal was gekarakteriseerd.
De Voorzitter oordeelde dat het geluid met een tonaal karakter een ingrijpende wijziging was ten opzichte van eerdere besluiten en dat er een ruimere termijn moest worden gesteld om aan de last te voldoen. De Voorzitter heeft de provincie Fryslân veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en griffierecht aan Holcim. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afwegingen bij het vaststellen van geluidgrenswaarden en de gevolgen van wijzigingen in de karakterisering van geluid voor vergunninghouders.