ECLI:NL:RVS:2005:AU7168
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- I.A. Molenaar
- Rechtspraak.nl
Weigering verklaring van geen bezwaar door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ten behoeve van wederpartij
In deze zaak heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties op 2 december 2003 geweigerd een verklaring van geen bezwaar af te geven aan de wederpartij, die deze verklaring nodig had in het kader van een veiligheidsonderzoek. De wederpartij heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Minister heeft dit bezwaar op 8 juli 2004 ongegrond verklaard. De wederpartij heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Amsterdam, die op 26 juli 2005 het beroep gegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft de beslissing van de Minister vernietigd en bepaald dat de Minister een nieuw besluit op bezwaar moest nemen, rekening houdend met de overwegingen van de rechtbank.
De Minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 9 november 2005 behandeld. Tijdens de zitting is de Minister vertegenwoordigd door zijn advocaat en zijn medevertegenwoordigers, terwijl de wederpartij in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat.
De Voorzitter heeft overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de weigering van de Minister om de verklaring van geen bezwaar te verstrekken niet deugdelijk was gemotiveerd. De Minister heeft in hoger beroep volgehouden dat zijn eerdere beslissing op goede gronden was genomen, maar de Voorzitter heeft geconcludeerd dat de Minister in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep niet verplicht kan worden om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De Voorzitter heeft daarom besloten om de voorlopige voorziening toe te wijzen, waarbij is opgemerkt dat de functie waarvoor de verklaring van geen bezwaar is aangevraagd, nog vacant is en dat de wederpartij niet onevenredig in zijn belangen wordt geschaad.
De beslissing houdt in dat de Minister geen nieuwe beslissing op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 25 november 2005.