ECLI:NL:RVS:2005:AU8767
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- A.L.M. Steinebach-de Wit
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen bouwvergunning voor garage in Apeldoorn
Op 15 februari 2005 verleende het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn aan [vergunninghouder] een vrijstelling en bouwvergunning voor het vergroten van een garage op het perceel [locatie] te [plaats]. Tegen deze beslissing heeft verzoeker op 15 december 2005 hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 20 december 2005 ter zitting behandeld. Verzoeker was aanwezig, bijgestaan door mr. H. Martens, terwijl het college werd vertegenwoordigd door G.L. ter Brugge. De vergunninghouder was afwezig.
De Voorzitter overwoog dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit geldt des te meer nu de rechter in eerste aanleg het besluit heeft getoetst en het beroep ongegrond heeft verklaard. De Voorzitter vond geen aanleiding om aan te nemen dat de vrijstelling en bouwvergunning in de bodemprocedure niet in stand zouden blijven. Er waren geen aanknopingspunten dat het college onvoldoende rekening had gehouden met de belangen van verzoeker.
Op basis van deze overwegingen werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 december 2005.