ECLI:NL:RVS:2006:AV7523
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J. Hoekstra
- H.A. Bultema
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen niet tijdig nemen van beslissing op verzoek tot wijziging van landinrichtingsplan IJsselmonde
In deze zaak hebben appellanten bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door verweerder, het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, op hun verzoek tot wijziging van het landinrichtingsplan voor de herinrichting IJsselmonde. Dit verzoek was gedaan bij brief van 31 maart 2005 en herhaald op 12 mei 2005. De appellanten hebben op 14 juni 2005 bezwaar gemaakt, waarna verweerder op 23 juni 2005 heeft meegedeeld dat het verzoek voor advies was toegezonden aan de landinrichtingscommissie. Appellanten hebben vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die de stukken heeft doorgezonden naar de Raad van State.
Tijdens de zitting op 7 maart 2006 is de zaak behandeld. Verweerder, vertegenwoordigd door mr. J.J. van der Gouw en mr. E. Arbman, heeft gesteld dat de brief van 23 juni 2005 niet kan worden aangemerkt als een beslissing op bezwaar, maar slechts als een mededeling dat het verzoek zal worden doorgeleid naar de landinrichtingscommissie. Appellanten hebben in beroep aangevoerd dat deze brief wel degelijk moet worden gezien als een schriftelijke weigering om te beslissen op hun bezwaar, zoals bedoeld in artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat de mededeling van toezending van een aanvraag aan een ander bestuursorgaan ter advisering geen publiekrechtelijke rechtshandeling vormt en derhalve geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling heeft zich daarom onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 29 maart 2006.