ECLI:NL:RVS:2006:AV8617
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- E.M.H. Hirsch Ballin
- F.T.T. van der Heijde
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning voor melkrundveehouderij
Op 30 november 2005 verleende het college van burgemeester en wethouders van Littenseradiel een vergunning aan [vergunninghoudster] voor het veranderen van een melkrundveehouderij, gelegen aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 9 december 2005 ter inzage gelegd. Verzoeker heeft op 18 januari 2006 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Raad van State heeft het verzoek op 21 maart 2006 behandeld, waarbij verweerder vertegenwoordigd was door J.A. Bakker en de vergunninghoudster werd bijgestaan door K. Kooistra en mr. C.T. de Weerdt.
In de overwegingen van de Voorzitter werd opgemerkt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De Voorzitter wees op de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving per 1 juli 2005 en 1 december 2005, maar concludeerde dat het bestreden besluit beoordeeld moest worden op basis van het recht zoals dat gold vóór deze inwerkingtredingen. Het bestreden besluit betrof de uitbreiding van de inrichting met een mestvergistingsinstallatie, een warmtekrachtcentrale en een kapschuur.
Verzoeker voerde aan dat de verandering niet past in het bestemmingsplan en dat de geluidsbelasting niet correct was berekend. De Voorzitter concludeerde echter dat er geen onverwijlde spoed was die een voorlopige voorziening rechtvaardigde. De argumenten van verzoeker werden niet overtuigend geacht en het verzoek werd afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 28 maart 2006.