ECLI:NL:RVS:2006:AW3960
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.A.G. Stolker
- Rechtspraak.nl
Vergunning voor wateronttrekking ten behoeve van bouwrijp maken woonwijk
Bij besluit van 13 januari 2006 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland aan de commanditaire vennootschap "Grondexploitatiemaatschappij Waalsprong C.V." een vergunning verleend voor het onttrekken van water aan de bodem ten behoeve van het bouwrijp maken van een nieuwe woonwijk. Dit besluit is op 2 februari 2006 ter inzage gelegd. Verzoeker heeft op 12 maart 2006 beroep ingesteld tegen dit besluit, met een verzoek om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 10 april 2006, waar verzoeker en vertegenwoordigers van verweerder en vergunninghoudster aanwezig waren.
De Voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Verzoeker betoogde dat verweerder bij de beoordeling van de aanvraag onjuiste perceelnummers heeft gebruikt. De Voorzitter concludeerde dat de aanvraag een plattegrond bevatte die voldoende duidelijkheid gaf over het werkgebied en dat de wijziging van perceelnummers geen aanleiding gaf voor inwilliging van het verzoek.
Daarnaast stelde verzoeker dat er geen rekening was gehouden met mogelijke verontreiniging van de bodem door asbest. De Voorzitter constateerde dat verweerder deze effecten had betrokken bij de beoordeling en dat er geen verontreiniging met asbest was geconstateerd. Ook andere argumenten van verzoeker, zoals gesprekken met de gemeente Nijmegen over compensatiegronden, werden niet relevant geacht voor de beoordeling van de aanvraag.
Gezien het voorgaande heeft de Voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 18 april 2006.