ECLI:NL:RVS:2006:AX0737
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- W.M.P. van Gemert
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening bestuursdwang in verband met geluidsoverlast
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 4 mei 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een café gevestigd te [plaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het dagelijks bestuur van de Milieudienst West-Holland, dat op 25 januari 2006 bestuursdwang had toegepast met betrekking tot de inrichting van verzoekster. Dit besluit was genomen vanwege overtredingen van geluidgrenswaarden die van toepassing zijn op de inrichting, zoals vastgelegd in het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer.
Verzoekster verzocht de Voorzitter om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening was dat handhaving onevenredig was in verhouding tot de te dienen belangen. De zitting vond plaats op 27 april 2006, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door mr. E.C. van Lent, en verweerder door drs. A. Burger en ing. H. Verkuil. Ook een derde partij, [partij], was aanwezig, bijgestaan door mr. M. Gideonse.
De Voorzitter overwoog dat er geen concreet uitzicht op legalisatie van de overtredingen bestond en dat de geluidsoverlast zodanig was dat de woning van [partij] niet geschikt was voor bewoning. De Voorzitter concludeerde dat het bestuursorgaan bevoegd was om handhavend op te treden en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze regel rechtvaardigden. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.