ECLI:NL:RVS:2006:AX0739
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- W.M.P. van Gemert
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in verband met revisievergunning voor vleesstierenhouderij
Op 4 mei 2006 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een verzoeker tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heusden, dat op 22 februari 2006 een revisievergunning had verleend voor een vleesstierenhouderij. De vergunninghouder had de vergunning aangevraagd voor een locatie in [plaats].
De verzoeker heeft op 20 maart 2006 beroep ingesteld tegen het besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 27 april 2006, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door M.A.M. Jonkers en de verweerder door ing. G.J.T. van Sommeren-Jacobs. Tijdens de zitting werd ook de vergunninghouder gehoord, bijgestaan door [gemachtigde].
De Voorzitter overwoog dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Er werd vastgesteld dat de vergunning voor de nieuwe vleesstierenstal in strijd is met het geldende bestemmingsplan en dat de bouwvergunning niet op korte termijn kan worden verleend. Hierdoor kan het bestreden besluit niet in werking treden, zoals bepaald in artikel 20.8 van de Wet milieubeheer.
Gezien deze omstandigheden werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen grond was voor het oordeel dat onverwijlde spoed vereist was. De Voorzitter besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en wees het verzoek af.