ECLI:NL:RVS:2006:AX0740
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- S.H. van den Ende
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vrijstelling voor bouwrijp maken van percelen in Dongeradeel
Op 4 mei 2006 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door de gemeente Dongeradeel, die op 28 juli 2005 een vrijstelling had verleend voor het bouwrijp maken van percelen aan De Skeperij en De Koarte Bun te Ee. De zaak kwam voort uit een hoger beroep dat was ingesteld door een wederpartij, die bezwaar had gemaakt tegen het besluit van de gemeente. De voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden had op 28 februari 2006 het bezwaar van de wederpartij gegrond verklaard en het besluit van de gemeente vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen.
De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening op 20 april 2006 behandeld. De gemeente Dongeradeel werd vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Besselink, terwijl de wederpartij, bijgestaan door mr. J.J. Nicolaas, ook aanwezig was. De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening geen verdere strekking had dan het verzoek om te bepalen dat de gemeente geen nieuw besluit op bezwaar hoefde te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De Voorzitter overwoog dat het belang van de wederpartij niet rechtstreeks betrokken was bij het besluit van 28 juli 2005, gezien de aard van de verleende vrijstelling en het ontbreken van concrete mogelijkheden voor uitbreiding van de veehouderijactiviteiten van de wederpartij.
De Voorzitter besloot daarom om de voorlopige voorziening te treffen, waarbij werd bepaald dat de gemeente geen nieuwe beslissing op bezwaar hoefde te nemen totdat er een uitspraak op het hoger beroep was gedaan. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 4 mei 2006.