200601920/2
Datum uitspraak: 16 mei 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoekers], allen wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak no. AWB 06/109 EN 06/216 van de rechtbank Roermond van 24 februari 2006 in het geding tussen:
het college van burgemeester en wethouders van Haelen.
Bij besluit van 13 juni 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haelen (hierna: het college) besloten een aantal verkeersmaatregelen te nemen ten aanzien van de Kasteellaan en de Kleine Kamp te Haelen.
Bij besluit van 20 januari 2006 heeft het college het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 24 februari 2006, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Roermond (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben verzoekers bij brief van 9 maart 2006, bij de Raad van State ingekomen op 10 maart 2006, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brieven van 18 april 2006 en 27 april 2006. Bij brief van 20 april 2005 (lees: 2006), bij de Raad van State ingekomen op 21 april 2006, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 4 mei 2006, bij de Raad van State ingekomen op 8 mei 2006, heeft het college van antwoord ingediend.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 10 mei 2006, waar verzoekers in persoon en het college, vertegenwoordigd door dr. A.R. Neerhof, gemachtigde, en drs. P.C.W. van Doorn, ambtenaar bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Bij brief van 15 mei 2006 heeft het college - naar aanleiding van de op de zitting gemaakte afspraak - de Voorzitter bericht dat hij niet bereid is de uitvoering van de werkzaamheden aan de Kasteellaan en de Kleine Kamp te Haelen op te schorten in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep van Verschuuren e.a.. Daarbij is tevens meegedeeld dat de desbetreffende werkzaamheden zullen aanvangen op woensdag 17 mei 2006. Gelet hierop zal de Voorzitter versneld uitspraak doen op het verzoek om voorlopige voorziening.
2.3. De gevolgen van het verkeersbesluit zijn op zichzelf niet zodanig ingrijpend dat daarin een reden is gelegen dit besluit te schorsen. De maatregelen die als gevolg van het verkeersbesluit zullen worden genomen zijn ook niet onomkeerbaar indien de Afdeling in hoger beroep dit besluit zal vernietigen. Een uitzondering betreft evenwel de mogelijke aantasting van de bomen langs de Kasteellaan tussen de oude Napoleonsweg en de Kleine Kamp, als gevolg van de aanpassing van de infrastructuur op dit weggedeelte.
Naar uit de reactie van het college van 4 mei 2006 op het hoger beroep van verzoekers blijkt, is naar aanleiding van een onderzoek verricht door Bureau Kragten besloten een nieuw wegontwerp te maken met een minder vergaande verbreding van het betreffende weggedeelte dan het aanvankelijke ontwerp. Deze aanpassing heeft de vrees voor aantasting van de bomen bij verzoekers niet weggenomen. Omdat het betreffende rapport niet is overgelegd, is het thans niet mogelijk te bezien op welke wijze de door het college ingeschakelde deskundige het risico van een onomkeerbare beschadiging van de bomen heeft beoordeeld en in hoeverre de wijziging van het ontwerp dat risico heeft verminderd.
2.4. Aangezien niet is gebleken dat de onmiddellijke uitvoering van het verkeersbesluit uit een oogpunt van verkeersveiligheid noodzakelijk is, zal bij wijze van voorlopige voorziening worden bepaald dat de verbreding van het wegprofiel op het gedeelte van de Kasteellaan dat voor verkeer in twee richtingen wordt opengesteld niet mag plaatsvinden voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De Voorzitter wijst hetgeen meer of anders is verzocht af.
2.5. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haelen van 20 januari 2006, kenmerk III/MW en het verkeersbesluit van
13 juni 2005, voor zover het betreft de verbreding van het wegprofiel op het gedeelte van de Kasteellaan dat voor verkeer in twee richtingen wordt opengesteld;
II. wijst het verzoek voor het overige af;
III. gelast dat de gemeente Haelen aan verzoekers het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 211,00 (zegge: tweehonderdelf euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.I.M. Peute, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Peute
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 mei 2006