Op 24 mei 2006 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de goedkeuring van het bestemmingsplan "Reparatieplan Buitengebied 2004" door de gemeenteraad van Barneveld. Het college van gedeputeerde staten van Gelderland had op 24 januari 2006 goedkeuring verleend aan dit bestemmingsplan, maar verzoeker, een agrariër, heeft hiertegen beroep ingesteld. Hij vorderde een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de goedkeuring van de bestemming "Niet-agrarische bedrijven" voor het perceel aan de Hoevelakenseweg 198/200 in werking zou treden, omdat dit negatieve gevolgen zou hebben voor zijn eigen agrarische activiteiten.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 15 mei 2006 behandeld. Tijdens de zitting zijn zowel verzoeker, bijgestaan door ing. H.W. Ebbers, als de vertegenwoordiger van de provincie Gelderland, mr. V.C.E. Wattenberg, verschenen. Ook de gemeenteraad van Barneveld was vertegenwoordigd door drs. J.D. Wessels en ing. A. Bosveld. De Voorzitter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de bestemming en de bijbehorende aanduidingen in het bestemmingsplan, wat in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel.
De Voorzitter heeft geoordeeld dat de goedkeuring van de bestemming "Niet-agrarische bedrijven" niet zonder meer kon worden gehandhaafd, gezien de onduidelijkheid die was ontstaan. Daarom heeft hij besloten om de goedkeuring van het bestemmingsplan te schorsen, totdat de gemeenteraad de situatie had hersteld. Tevens is het college van gedeputeerde staten van Gelderland veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, die in totaal € 687,93 bedroegen, en het griffierecht van € 141,00 moest worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 mei 2006.