ECLI:NL:RVS:2006:AX7021

Raad van State

Datum uitspraak
31 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200602778/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • J. Willems
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor zendmast door Vodafone Libertel N.V.

In deze zaak heeft de Raad van State op 31 mei 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het hoger beroep was ingesteld door de naamloze vennootschap "Vodafone Libertel N.V." tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen, dat op 2 november 2004 een vrijstelling en bouwvergunning had verleend voor de bouw van een zendmast voor mobiele telefonie op het perceel De Greune 14 te Haaksbergen. Dit besluit werd later herroepen door het college op 26 april 2005, na bezwaar van een derde partij, en de bouwvergunning werd alsnog geweigerd. De rechtbank Almelo verklaarde op 10 april 2006 het beroep van Vodafone Libertel N.V. gegrond en vernietigde de beslissing op bezwaar van het college.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 10 mei 2006. Tijdens deze zitting zijn zowel de verzoeker als de vertegenwoordigers van Vodafone Libertel N.V. gehoord. De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet toewijsbaar was, omdat Vodafone Libertel N.V. had verklaard dat er tot 1 januari 2007 geen UMTS-antennes in de zendmast zouden worden geplaatst. Dit betekende dat er geen dringende noodzaak was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de bodemprocedure naar verwachting vóór deze datum zou worden afgerond.

Desondanks werd er wel een voorlopige voorziening verleend die het college toestond om geen nieuwe beslissing op bezwaar te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De Voorzitter wees het verzoek voor het overige af, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 31 mei 2006.

Uitspraak

200602778/2.
Datum uitspraak: 31 mei 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen,
verzoeker,
tegen de uitspraak in zaak no. 05/520 van de rechtbank Almelo van 10 april 2006 in het geding tussen:
de naamloze vennootschap "Vodafone Libertel N.V.", gevestigd te Maastricht
en
verzoeker.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 2 november 2004 heeft verzoeker aan de naamloze vennootschap "Vodafone Libertel N.V." (hierna: Vodafone Libertel N.V.) vrijstelling en bouwvergunning verleend voor een zendmast voor mobiele telefonie op het perceel De Greune 14 te Haaksbergen .
Bij besluit van 26 april 2005 heeft verzoeker voor zover thans van belang, het daartegen door [partij] en anderen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 2 november 2004 herroepen en de gevraagde bouwvergunning alsnog geweigerd.
Bij uitspraak van 10 april 2006, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) het daartegen door Vodafone Libertel N.V. ingestelde beroep gegrond verklaard en de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft verzoeker bij brief van 12 april 2006, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 12 april 2006, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, heeft verzoeker de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 10 mei 2006, waar verzoeker, vertegenwoordigd door drs. K.B. Loohuis, burgemeester, en G.E.M. Willemsen en P.M. Paalman-Hendrikson, ambtenaren van de gemeente, is verschenen.
Voorts zijn als partijen gehoord Vodafone Libertel N.V., vertegenwoordigd door mr. J.M. Thomissen, gemachtigde, en [partij] in persoon, vertegenwoordigd door mr. J.P.E. Baakman, gemachtigde.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Bij het door de rechtbank vernietigde besluit van 26 april 2005 heeft het college de verleende vrijstelling en bouwvergunning herroepen en deze vergunning alsnog geweigerd. Het college heeft daartoe, in afwijking van het advies van de bezwaarcommissie van de gemeente Haaksbergen, besloten - blijkens de tekst van dat besluit - uitsluitend vanwege de verwachting dat in de mast in de toekomst UMTS-antennes zullen worden geplaatst. Het college wenst de plaatsing van UMTS-antennes te voorkomen vanwege de mogelijke schadelijke effecten op de gezondheid die de werking ervan zouden kunnen meebrengen. Vodafone Libertel N.V. heeft - naar aanleiding van het verhandelde ter zitting - schriftelijk verklaard dat tot 1 januari 2007 door haar, noch door andere aanbieders van mobiele telefonie die van de mast gebruik maken, UMTS-antennes in de mast zullen worden aangebracht. Nu naar verwachting vóór die datum uitspraak in de bodemprocedure kan worden gedaan en in aanmerking genomen de bij de bouwvergunning betrokken belangen van Vodafone Libertel N.V., bestaat in zoverre geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
2.3.    Voor zover het verzoek ertoe strekt dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat verzoeker in afwachting van de uitspraak op het door hem ingestelde hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de in hoger beroep bestreden uitspraak, voor zover deze inhoudt de verplichting voor verzoeker om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, bestaat geen bezwaar tegen toewijzing ervan. Vodafone Libertel N.V. en de andere belanghebbenden hebben ter zitting desgevraagd verklaard met dit verzoek te kunnen instemmen.
2.4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het college geen nieuwe beslissing op bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist;
II.    wijst het verzoek voor het overige af.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Willems, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump    w.g. Willems
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 mei 2006
412.