ECLI:NL:RVS:2006:AY0378
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.C.K.W. Bartel
- A.L. Frenkel
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Herziening Het Zand 15A van de gemeenteraad van Boxmeer
Op 30 juni 2006 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Herziening Het Zand 15A", vastgesteld door de gemeenteraad van Boxmeer op 3 maart 2005. Dit bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid om een vrijstaande woning te bouwen op de hoek van Het Zand en het Zandpaadje, een historisch kerkpaadje dat langzaam verkeer verbindt met het centrum van Boxmeer. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan door de gedeputeerde staten van Noord-Brabant, omdat zij van mening zijn dat het Zandpaadje niet geschikt is voor de beoogde ontsluiting van het perceel. Zij vrezen verkeersgevaarlijke situaties en stellen dat het perceel niet bereikbaar is voor grotere voertuigen en hulpdiensten.
De Voorzitter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 23 mei 2006. Tijdens de zitting zijn de verzoekers vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. T.I.P. Jeltema, en de verweerder door H.A.J. van Hout, ambtenaar van de provincie. Ook de gemeenteraad van Boxmeer was aanwezig, vertegenwoordigd door A. Munster. De Voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De verzoekers hebben hun bezwaren toegelicht, maar de Voorzitter heeft geconcludeerd dat er vooralsnog geen reden is om te twijfelen aan de geschiktheid van het Zandpaadje voor de ontsluiting van het perceel. De nood- en hulpdiensten kunnen het perceel bereiken via Het Zand en de groene ruimte aan de voorzijde.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het bestreden besluit in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 30 juni 2006.