ECLI:NL:RVS:2006:AY0408
Raad van State
- Hoger beroep
- C.M. Ligtelijn-Van Bilderbeek
- F.P. Zwart
- H.G. Lubberdink
- W.M. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Weigering erkenning appellanten door Stichting Keten Kwaliteit Melk en hoger beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de weigering van de Stichting Keten Kwaliteit Melk om hen te erkennen op basis van de Zuivelverordening 2002. De stichting had op 18 december 2003 besloten om appellanten niet te erkennen, waarna appellanten bezwaar maakten. Dit bezwaar werd op 17 mei 2004 door de stichting ongegrond verklaard. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellanten doorgezonden naar de rechtbank Almelo, die op 17 juni 2005 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de stichting vernietigde. Appellanten hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, maar de zaak werd ter zitting op 22 mei 2006 behandeld zonder dat partijen verschenen.
De rechtbank had overwogen dat het Productschap Zuivel bevoegd was om te beslissen op het bezwaar van appellanten, en niet de stichting. Het productschap had op 17 november 2004 alsnog op het bezwaar beslist, wat leidde tot een uitspraak van het College op 10 februari 2006, waarin het beroep van appellanten ongegrond werd verklaard. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeerde dat appellanten geen rechtens te honoreren belang meer hadden bij een uitspraak in deze zaak, aangezien het geschil al door het College was beslecht. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd openbaar gedaan op 5 juli 2006, waarbij de Afdeling recht deed in naam der Koningin.