ECLI:NL:RVS:2006:AY3683
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- P.J. Blok
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake saneringsplan provincie Zuid-Holland te Zoetermeer
In deze zaak heeft verzoeker, wonend te [woonplaats], een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen met betrekking tot het besluit van 24 juli 2003, waarbij de provincie Zuid-Holland instemde met een saneringsplan voor de verontreiniging aan de Delftsewallen te Zoetermeer. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de reactie van verweerder, het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, op zijn eerdere verzoek. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek ter zitting behandeld op 27 juni 2006, waar verzoeker in persoon aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door mr. M. Blondelle en drs. M. de Boo, ambtenaren van de provincie.
De Voorzitter heeft vastgesteld dat de brief van 12 april 2006 van verweerder niet kan worden aangemerkt als een besluit op het verzoek van verzoeker tot intrekking van het saneringsplan. De wettelijke termijn voor het nemen van een besluit is inmiddels verstreken, waardoor het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit. Verzoeker heeft zijn bezwaar tegen het niet tijdig nemen van een besluit geuit in zijn brief van 20 april 2006.
De Voorzitter heeft geconcludeerd dat, ongeacht de twijfels van verweerder over de bevoegdheid tot intrekking van het besluit, er een beslissing moet worden genomen op het verzoek van verzoeker. De voorlopige voorziening die is getroffen, verplicht het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland om binnen zes weken na de uitspraak een beslissing te nemen op het verzoek van verzoeker en deze op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Tevens is bepaald dat de provincie Zuid-Holland het griffierecht van € 141,00 aan verzoeker moet vergoeden.