200604051/1.
Datum uitspraak: 12 juli 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "VDL Projecten B.V." en de besloten vennootschap naar het recht van Equatoriaal Guinee "K5 Oil Centre S.A.", gevestigd te Zuidland respectievelijk Malabo (Equatoriaal Guinee),
verzoeksters,
de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
verweerder.
Bij besluit van 17 mei 2006, kenmerk NL 118237, heeft verweerder bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen overbrenging van asfaltgranulaat naar Equatoriaal Guinee.
Tegen dit besluit hebben verzoeksters bezwaar gemaakt.
Bij brief van 1 juni 2006, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde datum, hebben verzoeksters de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 juli 2006, waar verzoeksters, vertegenwoordigd door mr. B.J.M. Veldhoven, advocaat te Den Haag, drs. J.P. Schreurs, deskundige, en B. van Doorn, directeur van verzoekster "VDL Projecten B.V.", en verweerder, vertegenwoordigd door mr. M. de Jonge, ambtenaar van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en mr. J.E. Hartog-van 't Zelfde, werkzaam bij SenterNovem, zijn verschenen.
2.1. Bij het bestreden besluit heeft verweerder op grond van de Verordening 259/93/EEG van 1 februari 1993, betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en vanuit de Europese Gemeenschap (hierna: de Verordening) bezwaar gemaakt tegen het voornemen van verzoekster "VDL Projecten B.V." om 12.000.000 kg asfaltgranulaat over te brengen naar verzoekster "K5 Oil Centre S.A." te Equatoriaal Guinee.
2.2. Ter zitting is door verweerder erkend dat hij niet de juiste beslissing ten aanzien van het kennisgevingsformulier met kenmerk NL 118237 heeft genomen. Verweerder stelt desgevraagd geen bezwaar te hebben tegen de schorsing van het bestreden besluit, nu er volgens hem geen redenen bestaan de uitvoer van de op het kennisgevingsformulier met kenmerk NL 118237 vermelde afvalstoffen naar Equatoriaal Guinee tegen te houden.
Gelet op het vorenstaande ziet de Voorzitter aanleiding de na te melden voorlopige voorziening te treffen, welke strekt tot schorsing van het bestreden besluit. Dit brengt mee dat er in zoverre geen beletsel is voor de uitvoer van de onderhavige afvalstoffen overeenkomstig voornoemd kennisgevingsformulier.
2.3. Verweerder dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 mei 2006, kenmerk NL 118237;
II. veroordeelt de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer tot vergoeding van bij verzoeksters in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de Staat der Nederlanden (het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) aan verzoeksters onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
III. gelast dat de Staat der Nederlanden (het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) aan verzoeksters het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 281,00 (zegge: tweehonderdeenentachtig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. K. Brink, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van Staat.
w.g. Brink w.g. Montagne
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 juli 2006