ECLI:NL:RVS:2006:AY5089
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- T.M.A. Claessens
- C.J.M. Schuyt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vergunningverlening voor sloop en bouw viaducten in Borger
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vereniging 'Buurtvereniging 'De Koesteeg'' en anderen tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn. Op 22 augustus 2002 verleende het college aan Rijkswaterstaat - directie Noord-Nederland een vergunning voor de sloop van een viaduct en een bouwvergunning voor het realiseren van drie viaducten in de Koesteeg/Rijksweg 34 te Borger. De appellanten maakten bezwaar tegen deze besluiten, maar het college verklaarde deze bezwaren op 24 november 2003 ongegrond. De rechtbank Assen bevestigde op 19 december 2005 deze beslissing, waarop de appellanten hoger beroep instelden bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak op 23 juni 2006 behandeld. De appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. G.W. Breuker, stelden dat het college ten onrechte geen rekening had gehouden met hun verzoek om de Koesteeg als beschermd monument aan te wijzen. Dit verzoek was echter door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgewezen op 23 juni 2004, en de appellanten hadden hiertegen geen bezwaar gemaakt. De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het college bij de besluitvorming geen rekening hoefde te houden met het verzoek van de appellanten.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 26 juli 2006.