ECLI:NL:RVS:2006:AY5453
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor productie-inrichting op basis van geluidhinder
Op 28 april 2006 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan verzoekster een vergunning geweigerd voor een inrichting voor het produceren van metalen ketels, vaten en tanks met een productieoppervlak van meer dan 2.000 m2. Dit besluit werd op 8 mei 2006 ter inzage gelegd. Verzoekster heeft op 16 juni 2006 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het verzoek vond plaats op 17 juli 2006, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar directeur en ir. L.P. Sturrus, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de provincie.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn oordeel aangegeven dat het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de bodemprocedure. De weigering van de vergunning was gebaseerd op geluidhinder, waar verzoekster zich niet mee kon verenigen. Zij stelde dat het akoestisch rapport bij de aanvraag aangaf dat de situatie vergunbaar was, maar de Voorzitter was niet overtuigd dat het bestreden besluit geen stand kon houden. De Voorzitter heeft daarom geen aanleiding gezien om een voorlopige voorziening te treffen, ondanks de zorgen van verzoekster over mogelijke handhavingsmaatregelen.
De Voorzitter heeft wel aangegeven dat, gezien de eerdere procedures, het van belang is dat het beroep tegen het bestreden besluit zo spoedig mogelijk wordt behandeld. Uiteindelijk heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en geen proceskostenveroordeling opgelegd.