ECLI:NL:RVS:2006:AY5510
Raad van State
- Hoger beroep
- J.C.K.W. Bartel
- S. Langeveld
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de vrijstelling en bouwvergunning voor een kantoorunit in Capelle aan den IJssel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 25 oktober 2005. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, dat zich richtte tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel. Dit college had op 12 juli 2004 vrijstelling en een bouwvergunning verleend voor het plaatsen van een kantoorunit op een perceel. Appellant, die huurder was van een aangrenzend perceel, stelde dat zijn financiële belangen betrokken waren bij de gronden waarvan hij huurder was, omdat hij een recht van eerste koop had. Echter, de huurovereenkomst was beëindigd en appellant was verplicht het perceel te ontruimen, waardoor hij geen recht meer kon doen gelden op de gronden.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de ontvankelijkheid van het hoger beroep beoordeeld. De Afdeling concludeerde dat appellant geen procesbelang meer had, aangezien hij niet aannemelijk had gemaakt dat de vrijstelling en bouwvergunning tot schade zouden leiden. Bovendien was er geen verband aangetoond tussen zijn financiële belangen en de verleende vergunningen. De Afdeling oordeelde dat appellant geen belang meer had bij de beoordeling van de rechtmatigheid van de verleende vrijstelling en bouwvergunning, gezien de beëindiging van de huurovereenkomst en het ontruimingsvonnis.
Uiteindelijk heeft de Afdeling het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling werd genomen. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 2 augustus 2006.