ECLI:NL:RVS:2006:AY5512
Raad van State
- Hoger beroep
- J.C.K.W. Bartel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen voorbereidingsbesluit gemeenteraad Coevorden inzake bestemmingsplannen Heege-West 2 en Heege-West 3
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een voorbereidingsbesluit van de gemeenteraad van Coevorden, genomen op 14 september 2004, voor de bestemmingsplannen "Heege-West 2" en "Heege-West 3". De gemeenteraad had besloten dat er een voorbereidingsbesluit zou worden genomen voor alle nog uit te geven gronden in deze plannen. Appellanten, die de gronden willen ontwikkelen tot bedrijventerrein, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit. De gemeenteraad verklaarde het bezwaar ongegrond op 10 februari 2005. Hierop hebben de appellanten beroep ingesteld bij de rechtbank Assen, die op 1 november 2005 het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak hebben de appellanten hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 28 juli 2005, maar de appellanten waren niet ter zitting verschenen. De gemeenteraad werd vertegenwoordigd door B. Suk, ambtenaar van de gemeente. De Raad van State heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat de gemeenteraad gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om een voorbereidingsbesluit te nemen, zoals bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De appellanten betoogden dat de gemeenteraad dit besluit ten onrechte had genomen, omdat het zou zijn bedoeld om hun plannen voor bebouwing te frustreren.
De Raad van State oordeelde dat de gemeenteraad terecht had overwogen dat er een milieueffectrapport (MER) moest worden opgesteld voordat er een nieuw bestemmingsplan kon worden vastgesteld. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de gemeenteraad zijn bevoegdheid niet voor een ander doel had aangewend dan waarvoor deze was verleend. Het hoger beroep van de appellanten werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.