ECLI:NL:RVS:2006:AY5880
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Oosting
- W.S. van Helvoort
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake ontheffing voor dempen sloot
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 augustus 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een appellant die een ontheffing wilde voor het dempen van een sloot met houtachtig materiaal op zijn perceel in Rijnwoude. Het college van burgemeester en wethouders van Rijnwoude had op 7 april 2006 het verzoek van de appellant afgewezen. De appellant maakte bezwaar tegen dit besluit en verzocht de Voorzitter om een voorlopige voorziening.
De Voorzitter heeft het verzoek op 24 juli 2006 ter zitting behandeld, waarbij de verweerder, vertegenwoordigd door J.H.O. van Noppen, aanwezig was. De Voorzitter constateerde dat het bezwaarschrift van de appellant niet binnen de wettelijke termijn was ingediend, aangezien het bezwaarschrift op 9 juni 2006 was verzonden, terwijl de termijn eindigde op 2 juni 2006. Hierdoor was het bezwaar niet-ontvankelijk.
Op basis van deze overwegingen heeft de Voorzitter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 augustus 2006.