ECLI:NL:RVS:2006:AY6313
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Oosting
- J. Verbeek
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Holle Watering en voorlopige voorziening
Op 10 augustus 2006 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Holle Watering" dat op 30 augustus 2005 door de gemeenteraad van Westland was vastgesteld. Dit bestemmingsplan, dat onder andere gronden bestemd voor woondoeleinden en verkeersvoorzieningen omvat, werd ter goedkeuring voorgelegd aan de gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Verzoeker, een eigenaar van gronden die onder het bestemmingsplan vallen, heeft bezwaar gemaakt tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan, met name tegen de aanduiding "langzaam verkeersverbinding" die op zijn perceel is aangebracht. Hij vorderde een voorlopige voorziening om te voorkomen dat onomkeerbare gevolgen zouden optreden door de inwerkingtreding van het plan.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 1 augustus 2006 ter zitting behandeld. Verzoeker was aanwezig, terwijl de verweerder, vertegenwoordigd door mr. P.J.V.M. Severijns, ambtenaar van de provincie, en de gemeenteraad van Westland, vertegenwoordigd door ambtenaren, ook aanwezig waren. De Voorzitter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigde, aangezien er nog geen uitwerkingsplan voor de betrokken gronden in procedure was en de voorbereiding daarvan niet eerder dan in 2011 zou beginnen. Daarom werd het verzoek afgewezen.
De uitspraak benadrukt dat het oordeel van de Voorzitter een voorlopig karakter heeft en niet bindend is in de bodemprocedure. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.