ECLI:NL:RVS:2006:AY6753
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Beekhuis
- T.L.J. Drouen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd aan BP Gas Nederland B.V. voor niet-naleving van milieuregels
In deze zaak heeft de Raad van State op 18 augustus 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van BP Gas Nederland B.V. tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haren. Het college had op 27 juni 2006 een last onder dwangsom opgelegd aan BP Gas Nederland B.V. vanwege het niet naleven van de voorschriften 4.1.0 en 4.1.1 van Bijlage I van het Besluit LPG-tankstations milieubeheer. BP Gas Nederland B.V. betwistte de overtreding en verzocht de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen. Tijdens de zitting op 14 augustus 2006 was BP Gas Nederland B.V. vertegenwoordigd, terwijl de verweerder niet aanwezig was.
De Voorzitter overwoog dat de voorschriften 4.1.0 en 4.1.1 betrekking hebben op de veilige afstand tussen LPG-installaties en lager gelegen ruimten. BP Gas Nederland B.V. stelde dat de bij de inrichting gelegen sloot niet als een lager gelegen ruimte kan worden aangemerkt, terwijl de verweerder dit standpunt tegensprak. De Voorzitter concludeerde dat de sloot niet kan worden aangemerkt als een lager gelegen ruimte in de zin van de voorschriften, waardoor er geen sprake was van overtreding.
Op basis van deze overwegingen besloot de Voorzitter om het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haren te schorsen en gelastte dat de gemeente Haren het griffierecht aan BP Gas Nederland B.V. vergoedt. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 18 augustus 2006.