ECLI:NL:RVS:2006:AY8092
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
- J.H. Roelfsema
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunningen aan de Trichterweg te Cadier en Keer
Op 30 september 2004 verleende het college van burgemeester en wethouders van Margraten vrijstelling en bouwvergunning voor de bouw van drie woningen aan de Trichterweg te Cadier en Keer. Verzoekers maakten bezwaar tegen deze besluiten, maar het college verklaarde deze bezwaren ongegrond op 16 februari 2005. Hierop volgde een beroep bij de rechtbank Maastricht, die op 12 mei 2006 het beroep ongegrond verklaarde. Verzoekers stelden hoger beroep in bij de Raad van State en vroegen de Voorzitter om een voorlopige voorziening. De behandeling vond plaats op 25 augustus 2006, waarbij de gemachtigde van verzoekers, mr. L.M.A. Schrieder, en de vertegenwoordiger van het college, mr. G.G.J. Bastiaans-Dupont, aanwezig waren.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen. De Voorzitter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De genomen besluiten zijn in het algemeen uitvoerbaar, ook al is er een rechtsmiddel aangewend. De Voorzitter concludeerde dat er geen reden was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. De bouwplannen zijn gesitueerd binnen de bebouwingscontour van het streekplan en zijn voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing, zoals blijkt uit een rapport van Arcadis.
Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan op 7 september 2006.