ECLI:NL:RVS:2006:AY8483

Raad van State

Datum uitspraak
11 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200604938/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A. Kosto
  • P.F.W. Tuit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Westerbeek vastgesteld door gemeenteraad Sint Anthonis

Op 11 september 2006 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende het bestemmingsplan "Westerbeek" dat op 26 september 2005 door de gemeenteraad van Sint Anthonis is vastgesteld. Dit besluit was genomen op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 augustus 2005. Tegen dit besluit hebben verzoekers op 4 juli 2006 beroep ingesteld, na een verzoek om een voorlopige voorziening op 29 juni 2006. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 29 augustus 2006 ter zitting behandeld, waarbij verzoekers in persoon aanwezig waren en de verweerder vertegenwoordigd was door mr. ing. J.H.M. van Cuyck, ambtenaar van de provincie. Ook de gemeenteraad van Sint Anthonis was vertegenwoordigd door P.J.A. van Laarhoven, ambtenaar van de gemeente.

De Voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De wetgeving die op 1 juli 2005 in werking is getreden, heeft invloed op de procedure, maar het recht zoals dat gold vóór deze datum blijft van toepassing. Het bestemmingsplan voorziet in een aantal inbreidingslocaties en een uitbreidingslocatie voor woningbouw, maar de locatie aan de Schoolstraat is niet aangewezen voor woningbouw, wat verzoekers beoogden. De Voorzitter concludeert dat het bestemmingsplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat verzoekers niet gebaat zijn bij schorsing van het besluit, omdat dit niet leidt tot de verwezenlijking van hun bouwplannen. Daarom wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De beslissing van de Voorzitter is openbaar uitgesproken op 11 september 2006, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200604938/2.
Datum uitspraak: 11 september 2006
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekers], wonend te [plaatsen],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 26 september 2005 heeft de gemeenteraad van Sint Anthonis, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 augustus 2005, het bestemmingsplan "Westerbeek" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 9 mei 2006, kenmerk 1135600, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit hebben onder meer verzoekers bij brief van 29 juni 2006, bij de Raad van State ingekomen op 4 juli 2006, beroep ingesteld.
Bij brief van 29 juni 2006, bij de Raad van State ingekomen op 4 juli 2006, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 29 augustus 2006, waar verzoekers, in persoon, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. ing. J.H.M. van Cuyck, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen.
Voorts is als partij gehoord de gemeenteraad van Sint Anthonis, vertegenwoordigd door P.J.A. van Laarhoven, ambtenaar van de gemeente.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Op 1 juli 2005 zijn de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb en de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure in werking getreden. Uit het daarbij behorende overgangsrecht volgt dat het recht zoals dat gold vóór de inwerkingtreding van deze wetten op dit geding van toepassing blijft.
2.3.    Het plan voorziet onder meer in een aantal inbreidingslocaties alsmede in een uitbreidingslocatie voor woningbouw. Anders dan verzoekers wensen is de locatie aan de Schoolstraat niet aangewezen als een uitbreidingslocatie.
2.4.    Verweerder heeft het plan voor zover verzoekers dit bestrijden, niet in strijd met een goede ruimtelijke of het recht geacht en heeft hieraan goedkeuring verleend.
2.5.    Blijkens het verhandelde ter zitting beogen verzoekers met het verzoek om voorlopige voorziening dat alsnog woningbouw wordt mogelijk gemaakt op de locatie aan de Schoolstraat. Nu het bestemmingsplan, met uitzondering van één in te breiden woning, niet voorziet in woningbouw op deze gronden zijn verzoekers niet gebaat bij schorsing van (enig deel van) het bestreden besluit. Daarmee wordt immers verwezenlijking van bouwplannen, dan wel het door verzoekers gewenste gebruik, niet mogelijk. Een voorlopige voorziening die dat mogelijk maakt is te verstrekkend.
Het verzoek dient dan ook te worden afgewezen.
2.6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A. Kosto, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.F.W. Tuit, ambtenaar van Staat.
w.g. Kosto    w.g. Tuit
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 11 september 2006
425.