ECLI:NL:RVS:2006:AZ2746
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Th.G. Drupsteen
- P.A. Melse
- Rechtspraak.nl
Weigering van melding voor wijziging lozingssituatie door plaatsing anaërobe waterzuivering
In deze zaak heeft de Raad van State op 14 november 2006 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van Vopak Terminal Vlaardingen B.V. tegen het college van dijkgraaf en hoogheemraden van hoogheemraadschap Delfland. Het geschil betreft de weigering van verweerder om de melding van verzoekster, zoals bedoeld in artikel 8.19, tweede lid, van de Wet milieubeheer (Wm), inzake de wijziging van de lozingssituatie door middel van de plaatsing van een anaërobe waterzuivering, te accepteren. Verweerder heeft deze melding geweigerd op basis van de argumentatie dat de nieuwe lozing, die voortvloeit uit de aanpassing, gelijk te stellen is met 'dunwater' en dat dit nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Verzoekster is van mening dat de wijziging geen grotere nadelige gevolgen voor het milieu zal veroorzaken dan de huidige vergunning toestaat.
Tijdens de zitting op 6 november 2006 is het verzoek behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door advocaten mr. H.H. Luigies en mr. C.J. Visser, en verweerder door ambtenaren van het hoogheemraadschap. De Voorzitter heeft vastgesteld dat de samenstelling van de lozing in de nieuwe situatie inderdaad anders is dan de huidige vergunning toestaat. Gezien de argumenten van verweerder, die aanvullende voorschriften noodzakelijk achtte om de gevolgen van de nieuwe lozing te reguleren, heeft de Voorzitter geoordeeld dat de melding niet geaccepteerd kon worden. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afwegingen bij wijzigingen in lozingssituaties en de verantwoordelijkheden van vergunninghouders om te voldoen aan milieueisen.