Op 19 februari 2004 heeft de gemeenteraad van Ouderkerk het bestemmingsplan "Geer en Zijde" vastgesteld, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders. Dit besluit werd door de gedeputeerde staten van Zuid-Holland goedgekeurd, maar gedeeltelijk vernietigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 11 augustus 2005. Na een nieuwe goedkeuring op 4 juli 2006, hebben verzoekers op 4 september 2006 beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft het verzoek op 9 november 2006 ter zitting behandeld, waar zowel verzoekers als verweerder aanwezig waren.
Verzoekers betogen dat de goedkeuring van het plandeel met de bestemming "Woondoeleinden" onterecht is verleend, omdat dit zou leiden tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat door de nabijheid van hun transportbedrijf. Ze stellen dat de motivering van het besluit gebrekkig is en dat het bestemmingsplan niet als toetsingskader voor de bouwvergunningen mag dienen. Verweerder daarentegen heeft gesteld dat de aanwezigheid van het transportbedrijf geen negatieve impact heeft op het woon- en leefklimaat, zoals blijkt uit de aanvullende notitie van de gemeenteraad.
De Voorzitter concludeert dat, hoewel verzoekers hebben aangegeven dat de verplaatsing van het bedrijf onzeker is, er serieuze gesprekken gaande zijn met het gemeentebestuur en dat er gronden zijn aangekocht voor een nieuwe locatie. De Voorzitter is van mening dat de motivering van het bestreden besluit niet zo gebrekkig is dat deze in de hoofdzaak geen stand zal houden. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 20 november 2006 openbaar uitgesproken.