ECLI:NL:RVS:2006:AZ4287
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- T.M.A. Claessens
- D. Roemers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bouwvergunning voor opvang van verslaafden en daklozen in Weert
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 21 december 2005, waarin het college van burgemeester en wethouders van Weert een eerder besluit om een bouwvergunning te verlenen voor het verbouwen van een pand tot tijdelijke opvang voor verslaafden en dak- en thuislozen, had vernietigd. Het college had op 14 februari 2005 een bouwvergunning verleend aan de vereniging 'Bouwvereniging Weert', handelend onder de naam Wonen Limburg, voor het pand aan de Wilhelminasingel 10 te Weert. Na bezwaar van verschillende appellanten, heeft de rechtbank het besluit van het college vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen.
Na de uitspraak van de rechtbank heeft het college op 17 januari 2006 een nieuwe beslissing genomen, waarbij het eerdere besluit werd ingetrokken en de bouwvergunning alsnog werd geweigerd. De appellanten hebben hierop hoger beroep ingesteld, maar de Raad van State oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit komt doordat het college volledig tegemoet is gekomen aan het bezwaar van de appellanten door de bouwvergunning te weigeren. De Raad van State stelt vast dat de appellanten met hun hoger beroep niet meer kunnen bereiken dan wat al is gebeurd met het besluit van 17 januari 2006.
De Raad van State wijst er ook op dat een nieuwe aanvraag voor een bouwvergunning door Wonen Limburg op 3 februari 2006 niet van invloed is op de ontvankelijkheid van het hoger beroep. De uitspraak van de rechtbank over de strijdigheid van het bouwplan met het bestemmingsplan heeft geen betekenis voor de rechterlijke toetsing van een eventuele handhaving van dat besluit in bezwaar. De Raad van State concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.