ECLI:NL:RVS:2007:AZ6363

Raad van State

Datum uitspraak
17 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200602585/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • G.A.A.M. Boot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vergunning voor sloop van schuur in Schoonhoven

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de stichting "Stichting Nationale Zilverdag" tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Schoonhoven. Het college had op 1 maart 2005 vergunning verleend voor het slopen van een schuur op een perceel in Schoonhoven. De stichting, die zich inzet voor het behoud van cultureel erfgoed, was van mening dat de sloop van de schuur onterecht was en had bezwaar gemaakt tegen de vergunning. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond op 1 juli 2005. Hierop volgde een beroep bij de rechtbank 's-Gravenhage, die op 22 februari 2006 het beroep ongegrond verklaarde. De stichting ging in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij zij stelde dat de sloop van de schuur haar procesbelang aantastte, omdat het perceel een zilversmidwerkplaats was geweest en zij vreesde voor verdere sloop van cultureel erfgoed in de regio.

Tijdens de zitting op 12 december 2006 werd de zaak behandeld. De stichting was vertegenwoordigd door R. Kappers en L.P. van der Kolk, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. A.D. Bouwman-van Blarkom. De vergunninghouder was niet aanwezig. De Raad van State oordeelde dat de schuur inmiddels was gesloopt en dat de stichting niet aannemelijk had gemaakt dat zij nog procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van de uitspraak van de rechtbank. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was, omdat de stichting niet kon aantonen dat er nog een geschil was dat beoordeeld moest worden. De Raad verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

200602585/1.
Datum uitspraak: 17 januari 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de stichting "Stichting Nationale Zilverdag", gevestigd te Schoonhoven,
appellante,
tegen de uitspraak in zaak no. AWB 05/5575 van de
rechtbank 's-Gravenhage van 22 februari 2006 in het geding tussen:
appellante
en
het college van burgemeester en wethouders van Schoonhoven.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 1 maart 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schoonhoven (hierna: het college) aan [vergunninghouder] vergunning verleend voor het slopen van een schuur op het perceel plaatselijk bekend [locatie] te Schoonhoven.
Bij besluit van 1 juli 2005 heeft het college het door appellante daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 februari 2006, verzonden op 24 februari 2006, heeft de rechtbank 's-Gravenhage (hierna: de rechtbank) het door appellante daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 5 april 2006, bij de Raad van State ingekomen op 6 april 2006, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 2 mei 2006. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 15 juni 2006 heeft het college van antwoord gediend.
Met toepassing van artikel 8:26, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is [vergunninghouder] in de gelegenheid gesteld als partij aan het geding deel te nemen.
Voor afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellante. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 december 2006, waar appellante, vertegenwoordigd door R. Kappers en L.P. van der Kolk, en het college, vertegenwoordigd door mr. A.D. Bouwman-van Blarkom, zijn verschenen. [vergunninghouder] is niet ter zitting verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Vaststaat dat de schuur, waarin voorheen een zilversmidwerkplaats was gevestigd, is gesloopt.
2.2.    Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij ondanks die sloop nog procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat, anders dan appellante ter zitting naar voren heeft gebracht, het procesbelang niet kan worden aangenomen op de grond dat appellante met het hoger beroep zou willen bereiken dat in de toekomst mogelijk nog meer (voormalige) zilversmidwerkplaatsen, die naar haar mening tot het cultuurhistorisch erfgoed van Schoonhoven behoren, zullen worden gesloopt.
2.3.    Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Boot
Lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 januari 2007
202