ECLI:NL:RVS:2007:AZ6831
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- W.G. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving geluidgrenswaarden door de Raad van State
In deze zaak heeft de Raad van State op 17 januari 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een handhavingskwestie. Verzoeker, eigenaar van een café gelegen op een perceel in Amersfoort, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort, dat hem een last onder dwangsom had opgelegd wegens overschrijding van de geluidgrenswaarden zoals vastgelegd in het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Verzoeker stelde dat hij alles had gedaan om te voldoen aan de geluidgrenswaarden en dat de overschrijdingen het gevolg waren van onjuiste uitgangspunten in een akoestisch rapport dat in zijn opdracht was opgesteld. Hij voerde aan dat er geen begunstigingstermijn was gesteld voor het aanbrengen van aanpassingen aan zijn inrichting.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek ter zitting behandeld op 4 januari 2007. Tijdens deze zitting waren zowel verzoeker als vertegenwoordigers van de gemeente aanwezig. De Voorzitter overwoog dat, hoewel verzoeker had betoogd dat handhavend optreden niet redelijk was, er niet in geschil was dat er sprake was van overtreding van de geluidgrenswaarden. De Voorzitter benadrukte het algemeen belang van handhaving en dat bestuursorganen in de regel van hun bevoegdheid tot handhaving gebruik moeten maken, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.
De Voorzitter concludeerde dat de onjuistheid van het akoestisch rapport en de overschrijdingen van de geluidgrenswaarden voor risico van verzoeker blijven, aangezien het rapport in zijn opdracht was opgesteld. Ook het ontbreken van een begunstigingstermijn werd niet als reden gezien om een voorlopige voorziening te treffen, vooral gezien de aanzienlijke overschrijdingen van de geluidgrenswaarden. Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.