ECLI:NL:RVS:2007:AZ6833
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Kosto
- H.A. Bultema
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Olst-Centrum
Op 15 januari 2007 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van het bestemmingsplan "Olst-Centrum". Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de gemeenteraad van Olst-Wijhe op 30 januari 2006, voorziet in de bouw van drie appartementencomplexen in en bij het park de Olsterhof. Verzoeker, die zich benadeeld voelt door de goedkeuring van dit plan, heeft op 23 oktober 2006 een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek op 4 januari 2007 ter zitting behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. R.T. Kirpestein, en de verweerder, vertegenwoordigd door drs. E. Munneke, ambtenaar van de provincie, ook aanwezig was. De gemeenteraad van Olst-Wijhe was vertegenwoordigd door L.G. van den Brink en W. Kikkert.
In zijn overwegingen stelt de Voorzitter dat het oordeel over de voorlopige voorziening niet bindend is voor de bodemprocedure. Verzoeker betoogt dat de goedkeuring van de plandelen met de bestemming "Woongebouwen" onterecht is, omdat dit leidt tot een verslechtering van zijn woon- en leefklimaat door verlies van bezonning en privacy. De Voorzitter oordeelt dat de bouw van het noordelijke appartementencomplex op ongeveer 22 meter afstand van de woning van verzoeker enige vermindering van het woon- en leefklimaat met zich meebrengt, maar niet in ernstige mate. De Voorzitter concludeert dat de goedkeuring van de plandelen door verweerder niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
Uiteindelijk wijst de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat de Afdeling in de bodemprocedure tot een ander oordeel zal komen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 15 januari 2007.