ECLI:NL:RVS:2007:AZ8431
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Oosting
- P.J. Blok
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor overtreding lozingsnormen
In deze zaak heeft de Raad van State op 5 februari 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, het openbaar lichaam van de gemeenschappelijke regeling Afvalbeheer Regio Centraal Groningen (ARCG), had een last onder dwangsom opgelegd gekregen van verweerder, het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's, wegens overtreding van lozingsnormen die waren opgenomen in een vergunning verleend op 2 februari 2003 op basis van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder op 23 november 2006.
Verzoeker heeft op 2 januari 2007 beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 29 januari 2007 is het verzoek behandeld. Verzoeker betoogde dat, hoewel de lozingsnorm van 100 mg/l voor onopgeloste bestanddelen niet werd gehaald, er wel een waarde van 200 mg/l kon worden gehaald. Verzoeker wilde voorkomen dat handhavend zou worden opgetreden zolang de lozing onder deze waarde bleef.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft vastgesteld dat de lozing sinds augustus 2006 onder de 200 mg/l bleef en dat verweerder bereid was om het verzoek van verzoeker om aanpassing van de lozingsnorm positief te beoordelen. Gezien deze toezegging was er volgens de Voorzitter geen spoedeisend belang meer voor het treffen van de verzochte voorziening. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.