ECLI:NL:RVS:2007:AZ9501
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- D.A.C. Slump
- M. Duursma
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake asbestverwijdering door college van burgemeester en wethouders van Winsum
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 februari 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, wonend te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Winsum, dat hem had gelast om asbesthoudende wand- en dakplaten van een loods op zijn perceel te verwijderen. Dit besluit was genomen op 7 februari 2006, waarbij een dwangsom was opgelegd. Het college verklaarde het bezwaar van verzoeker ongegrond bij besluit van 4 september 2006. De voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen had op 27 november 2006 het beroep van verzoeker tegen dit besluit ongegrond verklaard.
Verzoeker vroeg de Voorzitter om een voorlopige voorziening, die op 8 februari 2007 ter zitting werd behandeld. Verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. F.R.H. Kuiper, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. E. Hardenberg en H. Westra. Tijdens de zitting werd ook H. Salomons gehoord, die werkzaam was bij het asbestverwijderingsbedrijf Demolis.
De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen. De Voorzitter stelde vast dat er sprake was van asbestverontreiniging en dat een sanering noodzakelijk was. Het belang van een spoedige sanering woog zwaarder dan het financiële belang van verzoeker. De Voorzitter benadrukte dat het oordeel voorlopig was en niet bindend in de bodemprocedure. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd genomen zonder proceskostenveroordeling.