ECLI:NL:RVS:2007:BA1173
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. Brink
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Vergunningverlening voor bistro en paintball-veld in Wedde en de ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak gaat het om de vergunningverlening door het college van burgemeester en wethouders van Bellingwedde aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Hoko B.V." voor het oprichten en in werking hebben van een bistro, restaurant, partycentrum en paintball-veld op het perceel Wedderbergenweg 3 te Wedde. De vergunning werd verleend op 18 juli 2006 en ter inzage gelegd op 10 augustus 2006. Appellant, die zich niet kon vinden in deze vergunning, heeft op 19 september 2006 beroep ingesteld bij de Raad van State.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 5 maart 2007, waarbij appellant in persoon aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door G. Gengler, ambtenaar van de gemeente. De Raad overweegt dat ingevolge artikel 20.1 van de Wet milieubeheer een belanghebbende tegen een besluit op grond van deze wet beroep kan instellen. Volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
De Raad constateert dat het beroep van appellant zich beperkt tot de gevolgen van het paintball-veld voor de natuur in de omgeving. Echter, de afstand van appellant tot de inrichting is zodanig dat het niet aannemelijk is dat hij milieugevolgen van de inrichting ondervindt. Appellant heeft ter zitting erkend dat hij geen directe gevolgen ondervindt. Het belang dat appellant meent te hebben, betreft mogelijke gevolgen voor een nabijgelegen natuur- en recreatiegebied, maar dit kan niet worden beschouwd als een persoonlijk rechtstreeks betrokken belang. Daarom kan appellant niet als belanghebbende worden aangemerkt, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is.
De Raad van State verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 21 maart 2007.