ECLI:NL:RVS:2007:BA2204
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- W. van Hardeveld
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake geluidseisen voor horeca-inrichting te Elspeet
In deze zaak heeft de Raad van State op 28 maart 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet. Het besluit, genomen op 14 december 2006, stelde een nadere eis op grond van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer voor de inrichting van de Exploitatiemaatschappij Hotel Stakenberg B.V. te Elspeet. De eis betrof het equivalente geluidniveau en piekgeluidniveau dat door de inrichting op de gevel van woningen wordt veroorzaakt. Verzoekster, de exploitant van de horeca-inrichting, heeft bezwaar gemaakt tegen deze nadere eis en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij meende dat de eisen haar bedrijfsvoering ernstig zouden belemmeren.
Tijdens de zitting op 15 maart 2007 heeft de Voorzitter de argumenten van verzoekster en verweerder gehoord. Verzoekster stelde dat het referentieniveau door verweerder onvoldoende zorgvuldig was vastgesteld en dat de nadere eis het onmogelijk maakte om de bedrijfsvoering voort te zetten. De Voorzitter oordeelde dat, hoewel het Besluit van toepassing was, verweerder onvoldoende rekening had gehouden met de gevolgen van de lagere geluidgrenswaarden voor de bedrijfsvoering van de inrichting. De Voorzitter concludeerde dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig was voorbereid en niet op een deugdelijke motivering berustte, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht.
Op basis van deze overwegingen heeft de Voorzitter besloten om het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet te schorsen en verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekster. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming en de noodzaak om de impact van besluiten op de bedrijfsvoering van betrokken partijen in overweging te nemen.